TITEL II: Regels voor
het gebruik van de openbare weg
Artikel 43:
Fietsers en bromfietsers
43.1. Het is de
fietsers en bromfietsers verboden te rijden
:
1° zonder het stuur vast te houden;
2° zonder de voeten op de pedalen of op de
voetsteunen te hebben;
3° door zich te laten voorttrekken;
4° terwijl zij een dier aan het leizeel
houden.
43.2. De fietsers die de rijbaan
volgen, mogen met twee naast elkaar rijden,
behalve wanneer het kruisen niet mogelijk
is. Buiten de bebouwde kom moeten zij
bovendien achter elkaar rijden bij het
naderen van een achteropkomend voertuig.
Wanneer fietsers de rijstrook die
voorbehouden is aan voertuigen van geregelde
openbare diensten en aan voertuigen bestemd
voor het ophalen van leerlingen of de
bijzondere overrijdbare bedding mogen
volgen, moeten zij achter elkaar rijden.
Fietsers moeten achter elkaar rijden wanneer
een aanhangwagen aan een fiets gekoppeld is.
De gebruikers van het fietspad mogen elkaar
noch hinderen, noch in gevaar brengen, noch
een gevaarlijk gedrag vertonen ten opzichte
van de andere weggebruikers.
43.3. Wanneer er een oversteekplaats
voor fietsers en bestuurders van tweewielige
bromfietsen is, moeten de fietsers, de
bestuurders van tweewielige bromfietsen en
de gebruikers van rolschaatsen en steps, die
zich op het fietspad bevinden, deze
gebruiken.
Zij mogen zich slechts
voorzichtig op de oversteekplaats begeven
met inachtneming van de naderende
voertuigen.
Artikel 43bis:
Fietsers in groep
43bis1. Dit
artikel is slechts van toepassing op groepen
van 15 tot 150 fietsers. De groepen van meer
dan 50 deelnemers moeten worden vergezeld
door ten minste twee wegkapiteins. De
groepen van 15 tot 50 deelnemers mogen
worden vergezeld door ten minste twee
wegkapiteins.
43bis2.1. De wielertoeristen die in
een groep van ten minste 15 tot ten hoogste
50 deelnemers rijden, zijn niet verplicht de
fietspaden te volgen en zij mogen bestendig
met twee naast elkaar op de rijbaan rijden
op voorwaarde dat zij gegroepeerd blijven.
43bis2.2. Zij mogen voorafgegaan en
gevolgd worden, op een afstand van ongeveer
30 meter, door een begeleidende auto; indien
er slechts één begeleidende auto is, moet
deze de groep volgen.
43bis2.3. Indien deze groep vergezeld
wordt door wegkapiteins, zijn de bepalingen
van artikel 43bis3.3.1° en 2° van
toepassing.
43bis.3.1. De fietsers die in een
groep van ten minste 51 tot ten hoogste 150
deelnemers rijden, zijn niet verplicht de
fietspaden te volgen en zij mogen bestendig
met twee naast elkaar op de rijbaan rijden
op voorwaarde dat zij gegroepeerd blijven.
43bis.3.2. Zij moeten voorafgegaan en
gevolgd worden, op een afstand van ongeveer
30 meter, door een begeleidende auto.
43bis3.3. 1° De wegkapiteins waken
over het goed verloop van de tocht. Deze
wegkapiteins moeten ten minste 21 jaar oud
zijn en zij moeten om de linkerarm een band
dragen met, horizontaal, de nationale
kleuren en, in zwarte letters op de gele
strook, het woord "wegkapitein".
2° Op de kruispunten waar het verkeer niet
geregeld wordt door verkeerslichten, mag ten
minste één van de wegkapiteins het verkeer
in de dwarswegen stilleggen op de wijze
bepaald in artikel 41.3.2. (zie verder),
terwijl de groep met inbegrip van de twee
begeleidende voertuigen oversteekt.
43bis4. De fietsers die met twee
naast elkaar rijden mogen slechts van de
rechter rijstrook van de rijbaan gebruik
maken; indien de rijbaan niet in rijstroken
verdeeld is mogen zij niet meer dan een
breedte gelijk aan die van een rijstrook en
in geen geval meer dan de helft van de
rijbaan in beslag nemen.
43bis5. Op het dak van de
begeleidende auto's moet een blauw bord
aangebracht zijn met de afbeelding van het
verkeersbord A51 en eronder het symbool in
't wit van een fiets.
Dit bord moet op een zodanige wijze
aangebracht zijn op het voertuig dat de
groep voorafgaat, dat het voor de
tegenliggers goed zichtbaar is en, op het
achteropkomend voertuig, dat het goed
zichtbaar is voor het achteropkomend
verkeer.
A51
Artikel 41:
Gedrag tegenover militaire kolonnes,
stoeten, groepen voetgangers, processies,
culturele, sportieve en toeristische
evenementen, wielerwedstrijden,
niet-gemotoriseerde sportwedstrijden of
-competities, groepen fietsers, groepen
motorfietsers, groepen ruiters en
werfopzichters op de openbare weg
41.3.2. Om het
verkeer stil te leggen, moeten die
militairen, signaalgevers, wegkapiteins,
groepsleiders en werfopzichters gebruik
maken van een schijf waarop het verkeersbord
C3 afgebeeld is en waarvan de
karakteristieken bepaald worden door de
Minister van Verkeerswezen. |